Doorgaans twee keer per jaar reist Lambert Kuenen van de Stichting Oost Europa Hulp Lichtenvoorde (SOEHL) naar Roemenië. Om de projecten te bezoeken en om de contacten te onderhouden. Met in zijn voetsporen steeds twee wisselende vrijwilligers. Dit keer gingen Johan te Bokkel en Rinus te Kronnie met hem mee. Deze laatste maakte een verslag.
Voor de foto's: klik hier...
Uitgezwaaid door Diny, Ineke en Astrid gingen we op weg met de gehuurde Mercedesbus. Na een eerste overnachting in Oostenrijk ging het richting Wenen en Boedapest om uiteindelijk te belanden op de Hongaarse Laagvlakte bij Hotel Korona in Püspökladany.
De volgende dag staan we bij te komen van de lange reis in de kringloopwinkel van Zoltan Dani in Salard, Roemenië. Maar liefst 600 m2 koopplezier ligt of staat hier uitgestald. Afkomstig van de Stichting Oost Europa Hulp Lichtenvoorde (SOEHL). Met de opbrengst exploiteert Dani een warme maaltijdenvoorziening en thuishulporganisatie.
In de stad Oradea treffen we Noémi. Ze is 33 jaar en moeder van een zoon van 9. Ze vergezelt ons enkele dagen als tolk, gedurende ons bezoek aan het schoolproject in het oosten van het land. Ze spreekt uitstekend Duits, Hongaars en Roemeens en dat komt goed van pas.
We staan aan het begin van een reis van ongeveer 600 km, door de Karpaten, een mooi en ongerept bergachtig gebied die ons uiteindelijk brengt in het gehucht Vladnic (Lábnyik) in het district Bacãu in de regio Moldavië. Aangezien slechts 53 km van de route bestaat uit autosnelweg zullen we ook nu moeten overnachten.
We worden de volgende ochtend hartelijk ontvangen op het kantoor van AMCM in de stad Bacãu. AMCM is een belangenorganisatie voor de Csango’s, een Hongaarstalige minderheid in dit gebied. AMCM verzorgt aanvullend onderwijs op zo’n 80 basisscholen met zo’n 1500 kinderen, naast het reguliere onderwijs van de Roemeense overheid.
In Vladnic, een van die dorpen is de afgelopen jaren hard gewerkt aan een vakantie kamp waar in het zomerseizoen elk kind een week naar toe mag voor niet alleen een ontspannende maar ook een leerzame week.
Met Eva en Melanie reizen we af naar het vakantiekamp met de Lambert-huisjes. We logeerden er enkele dagen en genoten van de in prachtige herfstkleuren getooide natuur. Een wandeling door Vladnic en je gaat ineens minstens zestig jaar terug in de tijd. De wegen zijn onverhard, de huisjes ogen armoedig, vervoer is doorgaans met paard en wagen en auto’s zijn zeldzaam. Maar de mensen lijken er gelukkig en tevree.
Enkele dagen later zijn we terug in Oradea en nemen afscheid van Noémi en rijden terug naar Salard waar we nog enkele dagen verblijven. We zien hoe de laatste spullen afkomstig van het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk bij de kringloopwinkel van Dani worden opgehaald. Met een ambulance( !) van het ziekenhuis in Marghita. ‘s Middags worden we in dit ziekenhuis gastvrij ontvangen met een lunch en worden we rondgeleid door de directrice en een arts. We zien dat de spullen van het SKB goed zijn aangekomen. Aan het eind van de middag bezoeken we het dorpje Targusor waar we in 2000 onze activiteiten begonnen.
Een verslag van twee weken Roemenië. Je maakt veel mee. Een toer langs de projecten waar we aan hebben bijgedragen. Hoe je met de inzameling van kringloopgoederen de leefsituatie kan verbeteren, al is het maar een beetje.
We maakten kennis met Hongaarse minderheid in Roemenié. In Bihor, net over de grens met Hongarije maken ze 25% van de bevolking uit. En met Eva en Melanie afkomstig uit Szeklerland in Centraal Roemenië. Ze hebben een dubbele nationaliteit maar voelen zich Hongaars, net als onze tolk Noémi die aan een toekomst denkt met haar vriend en haar zoon in Hongarije.
De Csango’s in het district Bacau spreken nog een Hongaars dialect maar voelen zich noch Hongaars, noch Roemeens. In een wat grotere plaats als Luizi-Călugăra gaan ze met hun tijd mee ; in Vladnic lijkt de tijd stil te staan.